|
|
Grande
Traversée du Vercors |
|
|
|
|
|
|
Disclaimer |
|
Al de verslagen
die op deze website staan, zijn eigendom van
hun respectievelijke schrijvers. Dus niets
mag gekopieerd worden zonder hun toestemming.
|
|
|
|
|
|
|

|
Grande Traversée du Vercors
|
We vonden een geschikte camping die goed gelegen is als
uitvalsbasis om de Vercors te bezoeken, en bovendien op slechts
800 m van de start van de GTV ligt. “Les
Buissonnets” is een kleine, rustige en zeer propere camping
op zowat 1km van het dorpje Méaudre, waar zich ook een openluchtzwembad
bevindt.
 |
Van de FFC bestaat een folderuitgave met daarop
alle VTT circuits rond Méaudre en Autrans: 13 in totaal.
Circuit
nr.10 komt grotendeels overeen met het deel van de GTV
dat we de eerste dag willen rijden: 53 km, +1290 hoogtemeters
en ‘très difficile’, meer door het technisch aspect (“trialisant”)
dan door de moeilijke hellingen. Dat belooft.
|
 |
Om 13.00 in de namiddag starten we aan het zwembad
van Méaudre, waar het ‘startbord’
van de GTV staat, met wat aanwijzingen over de bepijling.
Het eerste stuk is slechts een opwarmertje. Een boerenwegel
slingert zich tussen de hooiweiden in het dal richting Autrans.
Daar is het even zoeken, want in het dorp zelf zijn geen pijlen.
Dank zij de TOP 25 kaart van de streek vinden we echter het
Centre Sportif Nordique, waar we het traject terug oppikken.
Langs de ‘Route de Nave’, een stevig klimmend ruw asfalt weggetje
door het bos bereiken we het plateau van Giraud. Hier komen
we op de loipen van het biathlon stadion (Olympische spelen
van Villard de Lans, 1968). Deze wegels kronkelen vrolijk op
en neer door het bos en laten zich goed berijden, op enkele
nijdige klimmetjes
na. Even later rijden we het stadion al voorbij (in de zomer
is hier niets te beleven), en bereiken de ‘Refuge de Gève’.
|
 |

|
Hierna begint het echt. De bosweg blijft maar eindeloos klimmen.
De bergruggen die daarnet aan weerszijden van het dal lagen,
komen hier naar elkaar toe, zodat we van de ene naar de andere
kunnen fietsen. Een bulldozer heeft het pad ‘effen’ gemaakt
zodat het als loipe kan dienen. Met de bike valt er echter op
de ruwe losliggende keien
nauwelijks te fietsen, en op de hellingen moeten we voortdurend
afstappen want het is onmogelijk om te sturen. Bovendien blijkt
door het werk van de bulldozer het traject dat we volgen niet
meer te kloppen, en rijden we verkeerd. Dat merken we als we
na eindeloos klimmen de bovenkant van de télésiège bereiken,
die in de winter skiërs naar de top van enkele skipistes brengt.
Vandaar vinden we op de kaart gelukkig een pad dat ons via een
snelle afdaling terug op de goede weg brengt. Na het harde labeurwerk
van daarnet zijn we blij om even los te kunnen fietsen op een
stukje geasfalteerde bosweg, en te genieten van het uitzicht
over Méaudre in het dal beneden ons. We missen een afslag van
de GTV en merken dat pas als we aan de Refuge des Feneys aankomen.
Geen nood, we keren langs een klimmend weggetje door het bos
terug naar de Col
de la Molière, waar de GTV passeert. |

 |
 |
Daar
begint het te regenen. Omdat er daar boven ook een gure koude
wind waait zoeken we toch even beschutting in een hut
die daar speciaal voor dit doel gezet is: dankuwel. Een kwartier
later regent het gelukkig wat minder en we zetten onze tocht
verder (foto:
eerst namen we de linker wegel, maar het GTV traject volgt de
klim rechts, de pijl is onduidelijk) . Alhoewel we hier op 1632
m hoogte zitten, beginnen we met een korte maar stevige klim
naar de bergkam. Vanaf hier neemt de GTV spectaculaire allures
aan. Het stuk van La Molière naar de Col de la Croix Perrin
is zonder twijfel het mooiste wat ik tot nog toe meemaakte op
MTB gebied. Het pad volgt namelijk precies de kam
van de bergrug tussen het dal van Méaudre/Autrans aan de
ene kant en de rivier ‘Furon’ aan de andere kant. We weten nauwelijks
waar eerst te kijken: naar het op alle mogelijke manieren geaccidenteerde
maar steeds (bijna) berijdbare
pad (steile klimmen, dikke wortels over het pad, stenige trappen
naar beneden, slalom tussen bomen en rotsen), of de prachtige
vergezichten over de Vercors die we vanaf deze richel te zien
krijgen. Puur MTB plezier van de hoogste graad is dat. Als
we via een technische, maar zeer mooie afdaling via de Combe
de Ruf naar beneden bonken kan ik mij niet langer inhouden en
een langgerekt ‘yihaa’ weerklinkt in de stille bossen. Ikzelf
rijd met een headshock voorvering maar zoon Jeroen heeft die
luxe niet. Toch blijft hij zo goed als het ganse traject op
de fiets, maar het kost hem wel pijnlijke polsen en vingers… |
 |
Een golvende, vlot berijdbare bosweg brengt ons naar de Col de
la Croix Chabeaud. Daar verlaten we het traject van de GTV om terug
naar de camping te keren. We zijn moe maar voldaan. Maar het is
nog verre van gedaan: er rest ons nog een steile, stenige afdaling
naar het dal. Aan de MTB roes waarin we verkeren komt bruusk een
einde als ik een zware val maak. De voorste Michelin Wildgripper
verliest zijn grip op de vochtige rotsen en glijdt zijdelings weg,
zodat ik bijna zonder verweer op m’n zijkant tegen de harde stenen
smak. Niets gebroken blijkt, maar toch een ernstig geschaafde onderarm
en gekneusd dijbeen, die snel stijf worden. Het heeft geen zin om
hier te blijven rondhangen en na wat rondstappen om bij te komen
vatten we het laatste stukje afdaling aan, zij het met veel minder
animo dan daarstraks. We bereiken de camping even na 19.00 u. De
warme douche is meer dan welgekomen, en na het onstmetten van de
schaafwonden en het stillen van onze berehonger, hebben we ’s avonds
nauwelijks aanmoediging nodig om de slaapzak op te zoeken.
Na twee dagen ben ik voldoende hersteld
van mijn valpartij. De schaafwonden zijn bedekt met een stevige
korst, de dijspier slaat blauw en paars uit, maar is weer bruikbaar.
De laatste afdaling van de vorige dag is omhoog niet berijdbaar.
Daarom kiezen we een ander pad, dat ons – weliswaar ook via een
stevige klim van een goeie 4 km – in één ruk naar het traject op
de bergrug terugbrengt. We dalen
de andere kant van de bergrug af en steken het dal ,waarin zowel
Lans-en-Vercors als Villard-de-Lans ligt, over via een goed berijdbare
asfalt weg. Aan de andere kant van het dal wacht ons de Col de Furon
om te beklimmen. De klim begint al in de weiden van het dal, en
als we op de bosweg naar de Col komen is het goed raak. Vanaf hier
blijft de weg eindeloos
klimmen, maar is gelukkig wel goed berijdbaar. We rijden de
beklimming elk op ons eigen tempo. Het is vandaag erg mooi weer
en het zweet leekt al gauw van ons gezicht. Boven op de col nemen
we een verkeerd pad, maar dat komt wel goed uit, want we belanden
op één van de parapente hellingen, vanwaar we een grandioos uitzicht
hebben op het dal dat we daarnet verlaten hebben. Via een kleiner
pad komen we al gauw weer op het goede traject. We volgen min of
meer de flank
van de bergrug ,
wat ons grandioze uitzichten oplevert, maar ook heel wat MTB plezier.
Boven Villard-de-Lans komt de GTV samen met de GR91. Via een spectaculaire
afdaling, waarin we goed moeten uitkijken omdat het traject enkele
keren bruusk van richting verandert, bereiken we ‘Les Clots’, waar
zich een grote manège bevindt. Daar zetten we ons even neer op een
partij rotsblokken om de picknick
aan te spreken. Ook voor de benen is de rustpauze zeer welgekomen.
Een goed berijdbare afdaling op een
kiezelweg brengt ons snel terug naar het dal. Voorbij ‘Le Balcon
de Villard’ pikken we de GR91 weer op. Die brengt ons via een goed
berijdbaar pad naar Correncon-en-Vercors. Maar daar is het gedaan
met de rust. Vanaf de blijkbaar druk door toeristen bezochte gite
d’étape ‘Les Trois Fontaines’, verlaten we de GR91 om terecht te
komen op een opnieuw lange klim door het ‘Foret de la Loubière’.
Op het kruispunt van de ‘Baraque Forestière de Malaterie’ twijfelen
we even om de juiste weg te vinden. Het blijkt natuurlijk de meest
steile te zijn … De beenspieren beginnen nu wel te protesteren,
en het gaat wat langzamer omhoog dan voorheen. Aan ‘Les Rochers
d’Herbouilly’ hebben we gelukkig het ergste gehad en beginnen we
aan de afdaling, maar die is behoorlijk technisch waardoor we ook
hier weer weinig snelheid kunnen maken. We komen uit de bossen en
belanden op de uitgestrekte
alpenweiden
van ‘Herbouilly’, die ons een prachtig uitzicht over het landschap
aanbieden, en een ogenblik rust voor de beenspieren. Maar daarna
komt een moeilijk punt: aan de ‘Pot du Loup’ moeten we kiezen
(foto: de weg links gaat naar ‘Les Hauts Plateaux’, het paadje rechts
volgt het klassieke traject) tussen het klassieke
(gele) traject via La Chapelle-en-Vercors, of de variante
(blauw)via ‘La Réserve Naturelle des Hauts Plateaux du Vercors’.
De informatie die we kregen is tegenstrijdig: volgens de ene bron
is het traject over de hoge plateau’s absoluut verboden voor paarden
en bikers, volgens een andere is het inmiddels opengesteld voor
VTT, vooropgesteld dat je op het pad blijft. Voor ons is het zo
al welletjes, en we kiezen voor het ‘gewone’ traject.
Daar krijgen we geen spijt van: de
afdaling die ons na de splitsing aangeboden wordt, is één van de
meest technische van het ganse traject. Het trial gehalte is zo
hoog dat we nauwelijks 6 km/h halen. Toch is het nog net te doen
om te laveren tussen de talrijke grote stenen, om de rotsachtige
trappen te nemen, overeind te blijven tussen de grote keien, en
de vele bochten. Tot mijn verbazing zet Jeroen, die notabene zonder
enige vering rijdt, nauwelijks voet aan de grond en houdt zijn fiets
de ganse afdaling bollend. Met pijnlijke en vermoeide vingers,
polsen en kuiten van het moeizame afdalen bereiken we het gehucht
Tourtres in het dal. Na wat wegels door het dal rest ons volgens
de kaart een laatste min of meer rechtlijnig pad door het bos. Ik
had gehoopt op een rustig einde van de tocht, maar dat is ons niet
gegund: opnieuw gaat het omhoog. Hier en daar ligt zelfs los zand,
wat het nog moeilijker maakt. Een looptocht met aankomst in Chapelle-en-Vercros
passeert op datzelfde pad, en we steken enkele lopers voorbij, al
kost dat behoorlijk wat moeite. Als we uit het bos op de weg komen
rest ons zelfs nog een laatste heuvel om over te rijden, maar daarna
rijden we de hoofdstraat van het stadje in, waar vrouwtje lief ons
op een terrasje opwacht. De cafébaas kijkt wat vreemd op als ik
tegelijk een cola en een grote pint bier bestel, maar ik heb van
zo’n dag MTB wel ongelooflijke dorst gekregen…Met 60 km hebben we
op deze tweede dag de langste afstand afgelegd, over een algemeen
gezien zwaar traject, waarop ons weinig rust werd gegund. Maar zo
hebben we het natuurlijk graag…
Het is al 11.00 u als we twee dagen
later uit Chapelle-en-Vercors vertrekken voor het derde en laatste
deel van de GTV. De brede asfaltweg daalt in een bocht het stadje
uit en door onze snelheid merken we het paadje
niet dat heel onopvallend links van de weg begint. Na een stuk terug
bergop fietsen en wat zoeken vinden we tenslotte toch waar we moeten
zijn. En nog loopt het niet goed, want een onverlaat heeft de plaatselijke
MTB circuits bewijzerd met nagenoeg dezelfde bordjes als die van
de GTV, alleen zijn ze wat groter. Dat hebben we eerst niet door
en rijden opnieuw een stuk verkeerd.
Als we tenslotte de vergissing
(foto: de ‘valse’ pijl boven en de ‘goede’ pijl onder wijzen een
verschillende richting uit!) inzien, kunnen we gelukkig met behulp
van de kaart via een kort stuk terug op het goede traject komen.
We staan nog even in de file achter een troep schapen,
maar gelukkig slaan ze gauw af naar hun wei. Ondertussen zijn we
aan de andere kant van het dal terechtgekomen, tegen de bergflank
aan. Via een korte beklimming, waarvan ook enkele stappen te
voet, komen we op een practige singletrack door het bos van
de Combe Libouse terecht. Het pad klimt niet al te snel omhoog,
met af en toe wat rotsige trappen, maar alles is te rijden, wat
het net zo leuk maakt natuurlijk. De zon staat al hoog aan de hemel
en de schaduw van het bos doet deugd.
De track komt uit op een plateau
dat adembenemend mooi is, en slechts doorkuist wordt door één pad.
Het levert ons ons weeral prachtige MTB
sport op, maar af en toe moeten we nu ook van de fiets, want
het gaat flink op en neer met talrijke bochten. Een snelle afdaling
brengt ons van het plateau naar de vlakke weiden in het dal naar
Vassieux-en-Vercors, waar we de ‘casse croute’ uit de rugzak halen.
Als we uit het stadje vertrekken zien we voor ons ‘La Grande Cote’
, een indrukwekkende bergflank, bedekt met het woud van Vassieux
. We slikken even, want we weten dat we naar de col bovenaan moeten.
Het klimmen begint heel rustig, want het GTV traject, dat hier samenloopt
met de GR95
leidt ons eerst nog enkele kilometers langs de rand van de bergflank
zuidwaarts naar het bos van Espeline, waarbij we het Musée de Site
Préhistorique passeren. Hier demonstreren ze nog het bewerken van
silex zoals in het Steentijdperk. Maar daarna is het goed raak.
Via een brede, met ruwe kiezelsteen
bedekte bosweg beginnen we aan de lange klim naar boven. In één
van de talrijke bochten staat een bordje
dat toont dat de GTV door meer dan alleen randonneurs en bikers
gebruikt wordt. Als eerste bereiken we de Col de Vassieux, daarna
de Col de Font Payanne, vanwaar we een prachtig uitzicht
over het dal hebben. Maar nog is de klim
niet gedaan: vandaar gaat het naar de Col de Chau, waar zich de
‘Mémorial de la Résistance’ bevindt, een momument ter nagedachtenis
aan de felle en harde strijd die de Franse Weerstand in de Vercors
leverde tegen de Duitse bezetter. Terwijl we toch bezig zijn fietsen
we langs de Col de Baume naar de Col de la Mure. Tegen dan moeten
we nodig even stoppen om te rusten. Via de Plaine de Fauchier waar
we de berghut
‘Baraque de Crobache’ passeren, rijden we door het bos van Crobache
via een goed berijdbare kiezelweg naar de Col de Carri. Alhoewel
het traject hier nog even het bos ingaat, kiezen we ervoor om het
laatste stuk van de GTV af te leggen via de D199.
Deze snelle afdaling via de brede
asfaltweg vinden we een waardige afsluiter van deze driedaagse tocht.
Aan de gîte d’étape van Lente zijn het een vermoeide, maar heel
tevreden vader en
zoon die vrouwlief terugvinden die ons daar komt ophalen.

De Grande Traversée du Vercors is
één van de VTT langeafstandtrajecten van de Fédération Française
de Cyclisme (FCC). Ook de Grande Traversée du Jura is daar een bekend voorbeeld van.
 |
De Vercors ligt ten zuiden van Grenoble. De
bovenste helft ligt in het département ‘Isère’, de onderste
helft in de Drôme. Daarom vind je slechts weinig gidsen over
het natuurpark op zich. Het is een erg rustige bergstreek (nauwelijks
bekend bij toeristen), met een prachtige natuur, vele bezienswaardigheden,
een rijke geschiedenis, en vooral: spectaculaire wegen langs
steile rotswanden. De afstand Nieuwpoort-Vercors bedraagt 950
km (via Rijsel en Reims). |
De officiële internet site van de
Vercors vind je op http://www.pnr-vercors.fr/,
maar ook op http://www.planete-vercors.com/
vind je heel wat info.
Een site specifiek over de Grande
Traversée du Vercors vind je op http://www.planete-vercors.com/la-gtv/
Wij verbleven op de camping ‘Les Buissonets’
in Méaudre. Dit is een kleine, maar rustige, en heel propere camping
die op een 800 m van het dorp ligt. Daar bevindt zich een openluchtzwembad,
en dat is meteen ook de start van de GTV. De campingbaas is een
heel vriendelijke kerel die steeds klaar staat om te helpen, en
ook voor heel wat info kan zorgen over de streek.
Om het traject af te leggen moet
je beschikken over volgende kaarten:
§
De IGN kaart “Parc Naturel Régional
du Vercors” (1/60.000)
§
De drie TOP25 kaarten van de Vercors
(1/25.000)
-
3236 OT Villard-de-Lans, Mont Aiguille
-
3136 ET Combe Laval, Forêt de Lente
-
3235 OT Autrans, Gorges de la Bourne
De IGN kaart is niet gedetailleerd
genoeg om te gebruiken tijdens het fietsen, maar geeft wel een goed
overzicht. Ik heb met fluostift het parcours vooraf gemarkeerd op
de TOP25 kaarten, en die zijn wél heel goed bruikbaar op het parcours.
Zorg er wel voor dat je recente exemplaren van de IGN en de TOP
kaarten krijgt, want het GTV traject bestaat nog niet zo lang en
staat dus niet op de oudere kaarten.
De GTV is korter dan de GTJ (Jura),
maar een stuk zwaarder. Op het einde van de tweede dag, toen we
60 km gereden hadden, hadden we zeker ‘genoeg’ gehad. De warmte
speelt natuurlijk ook een rol. In elk geval moet je toch wel over
een stevige fietsconditie beschikken, én technisch uit de voeten
kunnen, want anders zal je vaak moeten afstappen, of het decor van
dichtbij bekijken…
Ik zelf reed de GTV met een Cannondale
voorzien van een headschock voorvering, zoon Jeroen reed met een
American Eagle stalen frame, zonder enige vering. Maar dat laatste
zou ik niemand aanraden. Integendeel: een fully is hier zeker geen
overbodige luxe.
Er staat een artikel over de GTV
in het magazine O2 bikers nr. 77.
Guido Vandroemme
|