Hierbij het verslag van onze escapades in de Alpen gedurende de
herfstvakantie van 2000 met mijn vrouw Annette en mijn toen 15-jarige
zoon Michaël. Omdat we in het weekend nog andere verplichtingen
hadden, vertrokken we pas in de nacht van zondag op maandag. De
autowegen waren leger dan leeg en rond het middaguur waren we al
op de plaats van bestemming: Reutte in Tirol, vlak over de grens
met Duitsland bij Füssen.
Na de inkwartiering (pension in een Bauernhof) vertrokken we direct
voor een eerste tocht. Vanuit Reutte via Unterpinswang naar de Schluxerhof
en na een korte klim fraai afdalend langs de Alpsee naar
de kastelen van Hohenschwangau en Neuschwanstein. Een zeer steile
klim naar Neuschwanstein en dan een afdaling over asfalt naar Füssen.
Over de brug bij de Lechfall en dan via een smal pad (Ländeweg)
steeds klimmend en dalend van Füssen naar Vils. Van Vils weer
afdalend naar Musau bij Reutte. In totaal 35 km waarvan ongeveer
70% onverhard. Een rustig begin van de week.
De volgende ochtend (maandag) was het bewolkt en we kozen
voor een tocht die we hadden gevonden in een brochure van Tiroler
Bike Arena: 'rondom de Thaneller'. Eerst met de auto naar Bichlbach
(1079 m) en vandaar langzaam steigend naar Berwang, een skioord
op 1549 meter. Daar natuurlijk koffie met Apfelstrudel en een spectaculaire
afdaling naar het kleine dorpje Rinnen. Vandaar door het Rotlechtal
naar Rieden (884 m). Een mooi en snel stuk langs een stuwmeer en
enkele almhutten. Vlak voor dit dorpje ging de weg door het Klausenwaldweer
omhoog om daarna weer af te dalen naar Heiterwang. Ten slotte nog
rond de Heiterwangersee. Een gedeelte rond het meer was eigenlijk
verboden voor bikers, maar omdat het inmiddels was begonnen te regenen
waren er toch geen wandelaars. Het betekende een leuke single track,
terwijl we tot dan toe steeds op vrij brede bospaden en zgn. Schrotterwegen
(onverharde wegen met veel losse steenslag en soms nogal uitstekende
steenpunten) hadden gereden. In totaal 45 km waarvan naar
schatting 90% onverhard.
Woensdag eerst met de auto naar Pfronten en vandaar omhoog
door het langgerekte Vilsertal (lengte ongeveer 10km en een steiging
van niet meer dan ongeveer 400m). Koffie bij Gasthaus Alpenrose
(waar anders) in Rehbach en daarna een afdaling over asfalt in het
Tannheimertal. Daar eerst omhoog naar de Vilsalpsee en weer omlaag
naar het dorpje Grän. Daarna de steile klim naar Jausenstation
Adlershorst en in razende vaart weer terug naar het dal (deze lastige
extra klim van ongeveer 400 m kostte 40 minuten en in 10 minuten
waren we aan de andere kant weer beneden). Ten slotte via de weg
door het Engetal weer terug naar Prfonten. (dit laatste stuk ongeveer
12 km afdalend met een voortdurende snelheid boven de 45 km). In
totaal 57 km waarvan bijna de helft onverhard.
Op donderdag reden we vanuit Füssen naar de Kenzenhütte.
15 km langzaam steigen en daarna via een omweg weer terug. Deze
dag slechts 30 km, omdat we gingen verkassen naar Seefeld.
Dat plaatsje kennen we al lang van de wintersportvakanties en we
kozen voor het pension waar we in de winter ook al jaren verblijven.
Vrijdagochtend vroeg vertrek: 12 km afdalen in de ochtendkou
en de schaduw van de bossen, van Seefeld naar Giessenbach en verder
naar Scharnitz, over de paden die we zo goed kennen van het langlaufen.
In Scharnitz stappen we om 9 uur op de trein, waarvoor we de vorige
avond al kaartjes hadden gekocht. Om 9.45 uur gaan we verder vanuit
Garmisch Partenkirchen (850 m). Langzaam steigend naar Grainau en
naar de Eibsee (1000 m). Na de gebruikelijke koffiepauze omhoog
naar de Hochtörlenhütte (1459 m). Steil en zeer pittig.
Op een gegeven moment houdt het brede pad op en moeten we te voet
verder. In de beschrijving staat niet voor niets 'Schiebepassage'.
Maar het pad is even later helemaal niet meer te vinden en we moeten
omkeren. Gelukkig komen er twee Duitse bikers naar boven en zij
weten ons wel de juiste route te wijzen.
Na een pauze bij de hut (inmiddels al 45 km gereden) duiken we naar
beneden het plaatsje Ehrwald (950 m) binnen. Gezien het tijdstip
van drie uur in de middag willen we met de lift omhoog naar de Ehrwalderalm.
Helaas is de lift 'wegen Revisionsarbeiten nicht im betrieb'. Scheisse
dus, want dat betekent opnieuw 700 meter klimmen. De weg omhoog
is weliswaar nieuw aangelegd, maar zo steil dat we slechts door
voortdurend te zigzaggen omhoog kunnen komen. Als we na ongeveer
een uur boven zijn ,
zien we achter ons het waarschuwend bordje: gevaarlijke afdaling
van 15%! De tocht van de Ehrwalderalm door het Gaistal is waar we
het allemaal om gedaan hebben: bijna 20 km steeds afdalend door
een prachtig dal naar Leutasch en dan nog drie km verder naar Seefeld.
Jammer genoeg is het al zo laat dat de zon de bodem van het dal
niet meer bereikt. Hier moeten we volgend jaar terugkomen. Als we
om zes uur terug zijn bij ons pension, staat de teller op 82
km. Het is niet vreemd dat we die avond vroeg in bed liggen.
Op zaterdag nog een snelle tocht vanuit Scharnitz (1000
m) door het Karwendeltal naar
het Karwendelhuis (1700 m) en terug en daarna met de auto weer terug
naar vlakkere contreien.
We kijken terug op een geslaagde week en komen hier volgend jaar
zeker weer terug. In de voorbereiding hadden we voor de informatie
steeds e-mailtjes gestuurd naar alle plaatselijke VVV's en touristenoffices
die we maar konden vinden. Met de zo verkregen informatie konden
we gemakkelijk een aantal tochten samenstellen. We gebruikten de
Freutag & Berndt kaarten WK 352 (Ehrwald, Lermoos, Reutte, Tannheimertal)
en WK 323 (Karwendel)
Een jaar later besloten we inderdaad naar dit prachtige gebied
terug te gaan. Omdat de kinderen direct na de herfstvakantie proefwerkweek
hadden, besloten mijn vrouw en ik samen te gaan en wel in de tweede
week van oktober. Het weer kon niet beter: in de ochtend enkele
mistbanken en lage bewolking, maar al gauw een stralende zon. De
Duitsers spraken van "Goldenes Oktoberwetter". Deze keer
kozen we voor een verblijf in het plaatsje Krün, een tiental
kilometers voorbij Garmisch-Partenkirchen.
Vorig jaar hadden we immers gezien dat hier het gebied wellicht
de meeste mogelijkheden zou bieden. Van het VVV van Garmisch hadden
we enkele keurige routebeschrijvingen gekregen en toen we in Krün
aankwamen, bleek het plaatselijke VVV ook nog een mooie fiets- en
mountainbikekaart te verkopen voor niet meer dan 3 Euro.
Na de benen een beetje los te hebben getrapt op de maandagmiddag,
maakten we op dinsdag de eerste serieuze tour. Vanuit Krün
langs de Barmsee en de Tennsee (waar ook een mooi gelegen camping)
omhoog en over de Bückelwiesen met
een prachtig uitzicht op de omringende bergen naar Mittenwald. Dan
het Ferchental in en koffiepauze bij de Lautersee. Verder langs
de Ferchensee, daarna linksaf in de richting van de Wettersteinalm
(Bannholzweg). Bij de kruising weer naar rechts en in een prachtige
afdaling (Schachenweg) over schrotter naar Schloss Elmau. Na een
pauze bij het mondaine Schloss Kranzbach weer omhoog naar de Wildensee
en daarna een steile afdaling naar Mittenwald. Het terras van de
Gröblalm biedt een heerlijk uitzicht over het dal en over de
Karwendelwanden. Ten slotte weer terug over de Bückelwiesen
naar Krün. In totaal 50 km waarvan ongeveer 70% onverhard.
Op woensdag rijden we eerst met de auto naar Mittenwald
(912 m) en parkeren aan het einde van het stadje bij de tennisplaats.
Vandaar is het slechts een klein stukje terug de bebouwde kom in
en dan pakken we de afslag naar de Leutaschklamm: een steile klim
over de weg waar ook auto's rijden, noopt tot voorzichtigheid. Al
gauw zijn we warm en kan het windjack uit. Bij gasthof Bärenwirt
(1040 m) gaan we van de doorgaande weg af en volgen het wandel-
en rijwielpad.
Dit is een onverharde weg met steenslag, schrotter en vaste aarde,
dus heerlijk om over te biken. Het gaat steeds licht omhoog, maar
we kunnen de vaart er prima inhouden. Het is op dit tijdstip nog
voortdurend in de schaduw en de uitzichten op de omringende bergen
en de beek (Leutascher Ache) waarlangs we rijden maken het afwisselend.
Na zo'n 15 km zijn we in het plaatsje Leutasch en houden we een
flinke pauze. Vanuit Leutasch volgen we een van de routebeschrijvingen
die we hebben verzameld. We komen o.a langs de Muggenmoos Alm, de
Lottensee, de Wildmoos Alm (1326 m) en restaurant Triendlsäge,
plaatsen die we allemaal zo goed kennen van onze langlauftochten.
De Wildmoos Alm is vanwege het goede weer zelfs nog geopend en de
Wirt prijst zoals altijd zijn Apfelstrudel aan die met "Elephantenmilch
bereitet ist" (de dikke gele saus over de strudel). Na Triendlsäge
weer de heerlijke afdaling door de bossen naar Scharnitz en verder
omlaag naar Mittenwald. Daar zijn we aan het einde van de middag
terug bij onze auto. Een tocht met niet al te steile beklimmingen
in een heerlijke omgeving. In totaal ook weer 50 km en niet
meer dan 10 km verharde weg.
De volgende dag (donderdag) rijden we met de auto naar Scharnitz.
Vanaf de parkeerplaats (enkele Euro's betalen bij een automaat)
kun je met de bike drie verschillende zijdalen in. Vorig jaar zijn
we al in het Karwendel Tal geweest en daarom kiezen we nu voor het
Gleirscher Tal, omdat op een bordje staat dat de Mösl Alm nog
open is.
Enkele flinke beklimmingen en afdalingen vallen ons ten deel. Ontmoedigend
is het om te zien dat je eerst enkele honderden meters moet afdalen,
terwijl je al ziet dat je aan de andere kant van de rivier weer
steil omhoog moet. Na ongeveer 20 km zijn we eindelijk bij de Mösl
Alm ,
waar we niets meer kunnen krijgen, omdat de wirt zijn jeep aan het
inpakken is: hij gaat vandaag sluiten. Gelukkig hebben we zelf genoeg
drinken en eten bij ons. We rijden terug tot we weer aan het begin
van het dal zijn en omdat het nog vroeg is, gaan we ook nog het
Hinterau Tal
in en rijden door tot aan de Kastenalm. Na een heerlijke en lange
pauze in de zon dalen we weer af naar Scharnitz. Terug op de parkeerplaats
staan weer 52 kilometers op de teller.
Vrijdag is onze laatste dag en we gaan met de auto naar
Leutasch om de tocht te maken die we vorig jaar alleen in de schaduw
vanaf de kant van Ehrwald hebben gereden. We parkeren aan het begin
van het Gaistal en beginnen aan de langzame klim van 1100 meter
naar 1800 meter.
Het Gaistal is ongeveer 20 km lang en de klim is minder steil dan
we hadden verwacht. We passeren diverse almen waarvan er enkele
nog open zijn en nemen uiteindelijk de afslag naar de Seebensee.
Het laatste stuk is erg steil en we komen met veel moeite boven.
De beloning is echter daar: de Zugspitze weerspiegelt majestueus
in de Seebensee .
Hier waren we al twee keer eerder op vroegere bergwandelingen. De
eerste keer hadden we geen fototoestel bij ons en de tweede keer
was het zwaar bewolkt. Een stukje afdalen en een heerlijke pauze
bij de Seeben alm. Daarna verder omlaag naar de grote Ehrwalder
Alm em dan weer een stukje stijgen naar de Hammermoos Alm. Vanaf
daar een lange afdaling terug door het Gaistal. In de zon is het
meer dan 20 graden, toch moeten de windjacks aan, want de stukken
in de schaduw zijn nog ijzig koud, zeker bij een snelheid van tegen
de 50 km/h.
Aan het einde van de dag hebben we weer ruim 40 km gereden
en kijken we terug op een van de mooiste MTB-tochten in de alpen.
Het Gaistal maakt ook deel uit van veel andere tochten gezien de
vele bordje die we onderweg tegenkomen. Vele transalp touren vertrekken
ook vanuit Mittenwald of Ehrwald en het Gaistal is dan een vast
onderdeel van de eerste dag.
Wij zijn enthousiast over dit prachtige mountainbike gebied en
we hebben nog lang niet alle tochten gemaakt. Wie meer gerichte
informatie wenst mag gerust een bericht schrijven naar rkloeg@gmx.net.
|